Een theater dat het overschot op de begroting terugstort op de rekening van de subsidiegever, de gemeente? Het lijkt dom, maar eigenlijk is het heel slim.
Toen de gehele Nederlandse culturele sector zijn verontwaardiging uitschreeuwde tegen de bezuinigingsplannen van Rutte I, organiseerde Parktheater Eindhoven een weekend van de Stilte. Het theater had net zeven ton subsidie teruggegeven aan de gemeente en vond dat de culturele wereld beter naar haar klanten kon luisteren.
Een theater zit altijd vol theater, vol kwinkslagen, grappen en grollen en vol grote (en kleine) gebaren. Het Parktheater Eindhoven vormt daarop geen uitzondering, men spant in Nederland waarschijnlijk de kroon. Zo heeft het theater in de lichtstad een WOW Jones Index, waarop het de ideeën van medewerkers voor verbeteringen, inventariseert. Rond de derde dinsdag van september organiseert het theater zijn paTroonrede, waarin niet alleen de ontwikkelingen rond het Parktheater worden gedeeld, maar ook de patronen waar de theaterwereld en kunstwereld in vastzitten. Elke 6 weken is er een ‘Meet en Greet’ met vaste bezoekers, waar niet alleen wordt gesproken over de voorstellingen, maar al snel het hele levensverhaal wordt gedeeld. En in plaats van de Balance scorecard maakt het Parktheater Eindhoven gebruik van de cultural scorecard, waarmee de vooruitgang van het theater wordt gemeten aan de hand van 5 variabelen: cultureel profiel, gasten, medewerkers, financiën en innovatie.
Dat zijn meer dan leuk bedoelde woordgrapjes, benadrukt Giel Pastoor, die op zijn kaartje ‘Beweegstrateeg’ heeft staan. “De missie van Parktheater Eindhoven is: Raak elkaar. Dan gaat het niet alleen om de artiest die vanaf het podium het publiek raakt, maar het geldt ook voor de medewerkers van het Parktheater om in service, aanpak en creativiteit het publiek te raken. De slachtofferrol waarin de culturele sector zich de laatste jaren heeft laten drukken, wil het Parktheater ombuigen naar een positieve, creatieve rol met meerwaarde voor de maatschappij. Dat begint bij de creativiteit en de creatieve ontwikkeling van de medewerker.”
In mensen zit veel meer dan we ze toedichten, weet Giel Pastoor. Dat werd nog eens bevestigd toen het Parktheater Eindhoven in 2007 aan de rand van de afgrond stond. ‘In dat jaar hadden we een exploitatieverlies van bijna een miljoen Euro en een groot negatief eigen vermogen. Dat kwam voor iedereen als een volslagen verrassing. Gelukkig heeft de gemeente ons toen uit de brand geholpen door het negatieve eigen vermogen aan te vullen, maar het herstel van de exploitatie kwam geheel voor rekening van het Parktheater. Het was onvermijdelijk dat er mensen uit moesten. Achteraf is dat een kans gebleken, want als je het met minder mensen moet doen, raak je de creativiteit van mensen aan.
WOW
Het herstelprogramma kreeg de titel: ‘Now à how à wow’. Pastoor: “Now had vooral betrekking op de periode 2008-2009 en had als belangrijkste aandachtspunt: wat moeten we nu doen om niet onderuit te gaan? Zowel financieel, als qua programma, marketingaanpak en organisatie. Ook dan komt het vooral aan op de mensen. Als we de programmering willen aanpassen, zijn we anderhalf jaar verder. Maar mensen kunnen morgen al iets anders gaan doen, als ze een beetje de ruimte krijgen. Ze hebben bovendien allerlei talenten die zo op hun werk vaak helemaal niet gebruiken. Om die talenten op de werkvloer naar boven te krijgen, hoe je eigenlijk alleen maar de belemmeringen weg te halen. Bijvoorbeeld: Vergaderen. Dat hebben we afgeschaft. Het is helemaal niet productief om op een vast tijdstip standaard 2 uur met elkaar te overleggen. Je kunt beter even een kop koffie pakken als er iets te overleggen valt.”
Ook de organisatiestructuur kan een belemmering vormen: ‘Ik vond de oude organisatiestructuur behoorlijk hiërarchisch. Datwerkt niet meer in deze tijd, zeker niet als je het talent van mensen wilt benutten. Dus hebben we het managementteam afgeschaft en kent het Parktheater geen afdelingen meer, maar bloembladen. Deze bloembladen hebben geen manager, maar een aanjager, een rol die iedereen op zich kan nemen. Binnen anderhalf jaar had Parktheater Eindhoven zijn financiën weer op orde en brak de how of groei-fase aan. In 2009 hadden we zelfs een overschot op de begroting. Dat hebben we aangeboden aan de gemeente: doe er maar iets moois mee voor de stad. Dat klinkt misschien raar (vonden zij ook) en het is ook tamelijk ongebruikelijk in de culturele sector. Maar wij vidnen dat je verstandig moet omgaan met publieke middelen en niet aan het einde van het jaar nog even snel het geld op moet maken. Uiteraard hebben we er een aantal voorwaarden aan verbonden, zoals dat er tot 2015 niet op ons budget wordt gekort. Dat alleen heeft me zoveel vergaderingen en gesteggel met de gemeente gescheeld. Het heeft bovendien enorm veel goodwill voor het Parktheater opgeleverd.”
In 2011 werd Parktheater Eindhoven uitgeroepen tot Beste werkgever van Brabant in de non-profit sector. Volgens de jury onderscheidt het Parktheater zich door ‘de warme en persoonlijke werksfeer’. Pastoor: “Als wij hier onderling gedoe hebben, merkt Theo Maassen of een andere artiest dat direct. Dat slaat over op de kaartverkoop, dus ook de bezoeker merkt het meteen. En als wij het goed hebben met elkaar, merken ze het ook direct.”
Hoe je die WOW sfeer creeert, laat zich niet eenvoudig uitleggen. “Naar aanleiding van de verkiezing krijgen we steeds vaker de vraag wat nou het geheim is van ons succes. Ik zeg dan naar waarheid dat ik het niet weet. Minder vergaderen en geen management team is wel een belangrijk ingrediënt, maar verder? Het gaat meer om de sfeer die je met elkaar creëert, waardoor mensen zich vrij voelen om hun hele hebben en houwen mee te nemen naar hun werk en niet hun hoofd of hart bij binnenkomst uit te schakelen. Dat is vooral de verdienste van de mensen hier, hun betrokkenheid bij elkaar. Niet van mij”.